|
Geschiedenis
Een levend fossiel| Kaempfer| Sakugoro Hirase| Medicinale geschiedenis|Hiroshima Ginkgo
De Ginkgo behoort tot de orde Ginkgoales, een groep naaktzadigen uit de familie Ginkgoaceae met ongeveer 18 leden daterend uit het Perm 270.000.000 jaar geleden. In het Jura (213 miljoen jaar geleden), het tijdperk van de dinosauriërs, bestond de Ginkgo dus al! Er waren toen zeker 2 soorten, aangetoond door de vondst van fossiele bladeren.
Tijdens het Midden Jura waren er meer soorten en tijdens het Krijt (144 miljoen jaar geleden) werd het maximum aantal soorten bereikt. Lange tijd kwam de Ginkgo in grote delen van de wereld veel voor (Azië, Europa en Noord-Amerika). Door klimaatveranderingen waren er nog drie
soorten over (Ginkgo adiantoides, Ginkgo jiayinensis en Ginkgo gardneri)
in het Tertiair (65 miljoen jaar geleden).
dwergdino eet Ginkgoblaadjes
|
Archaeopteryx
Wetenschappers dachten dat de boom was uitgestorven
maar de Duitser Engelbert Kaempfer
ontdekte in 1691 dat de Ginkgo nog leefde in Japan. In China werden de
Ginkgo’s voornamelijk aangetroffen bij kloosters in de bergen en in paleis-en
tempeltuinen, waar Boeddhistische monniken de Ginkgo als heilige boom hadden
gekweekt vanaf ongeveer 1100 noj, waarschijnlijk om zijn schoonheid en
andere goede kwaliteiten. Vanuit China vond verspreiding plaats (door zaad)
naar Japan (ong. 1200 noj) en Korea.
Ginkgotak met zaden.
|
was een Duitse arts en botanicus die van 1690-1692 in Japan was voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hij beschrijft de Ginkgo in zijn werk “Amoenitatum exoticarum”(1712). Later bracht hij Ginkgozaden mee naar Holland. De mogelijk eerste Ginkgoboom werd geplant in 1730 in de Botanische tuin te Utrecht, waar hij nog steeds is te zien (meer hierover: Europa-page). Klik hier voor meer informatie over Kaempfer en zijn tekst over de Ginkgo. |
In 1754 werd hij gekweekt in Engeland: kwekerij Gordon
(Londen) en in Kew (1762). Daar vandaan en vanuit Japan kwam de Ginkgo
in andere Europese landen, later in 1784 ook in de Verenigde Staten (Hamilton’s
garden, Philadelphia).
Tegenwoordig kun je exemplaren van de Ginkgo in bijna de hele wereld zien (locaties zie mijn Where-pagina) en dan voornamelijk als sierboom. Hoewel gezien als een exoot is hij dus eigenlijk overal inheems gezien zijn verleden! |
Ginkgo adiantoides Naturalis, Leiden foto Cor Kwant |
De Chinese Ginkgo overleefde wezenlijk onveranderd, fossiele bladresten uit het Tertiair zijn gelijk aan de moderne Ginkgo biloba (klik hier voor meer informatie). Hij wordt wel gezien als een van de wonderen van de wereld. Sommige Ginkgo’s kunnen wel ouder dan 3.000 jaar worden.
DNA-analyses (Zhao et al., 2019) hebben aangetoond
dat "wilde" Ginkgo-populaties voorkomen in refugia in het zuidwesten, oosten
en zuiden van China.
Meer info op mijn geschiedenis-pagina
(Engels).
In de oudste Chinese literatuur komt de Ginkgo niet voor, maar in de 11e eeuw (Sung-dynastie) verschijnt hij in de literatuur als inheemse plant, voorkomend ten zuiden van de Yangtze rivier. Prins Li Wen-ho bracht de Ginkgo naar de hoofdstad Kaifeng en daarna werd de Ginkgo afgebeeld op schilderijen en verscheen in gedichten. De zaden zijn waarschijnlijk al sinds tenminste de Han dynastie (206voj-220noj) een voedselbron. Na de Sung- en Yuan dynastie werd de Ginkgo overal in China gecultiveerd.
Of de Ginkgo nog in het wild voorkomt in China is niet helemaal zeker. Mogelijk is dit zo in bergachtige gebieden in het zuidoosten op de grens tussen Zhejiang en Anhwei en enkele provincies in het midden en westen van China. Het kunnen ook nakomelingen zijn van gekweekte bomen uit tempeltuinen (zaad verspreid door dieren).
De Ginkgozaden zijn vermeld in Japanse tekstboeken vanaf 1492 en
werden gebruikt bij de theeceremonie als versnapering en als dessert. In
de Edo-periode werden ze algemeen gegeten als een soort groente en ingrediënt
voor pickles. In de 18e eeuw werd het een borrelnootje bij de sake. Tegenwoordig
eet men ze gegrild of gekookt in bepaalde gerechten en ook nog steeds als
borrelnootje.
1856 - 1925 |
Hirase
bewees met deze revolutionaire ontdekking dat de Ginkgo de schakel vormt
tussen de varens en coniferen en een unieke positie inneemt.
|
|
photos: Botanik Online and Didactiel
de Biologie Végétale
grotere afbeelding Uit 'Flora Japonica' door Siebold & Zuccarini, Leiden 1835/42. |
. |
omvang 8,1 m, hoogte 29 m Aomori , Noord - Honshu, Japan
|
De zaden (baigo) zijn in de traditionele Chinese geneeskunst meer
gebruikt dan de bladeren voor allerlei kwalen.
De zaden worden o.a. genoemd in de Pen Tsao Kang Mu door Li Shih-chen
(1578).
Het gebruik van de bladeren schijnt al te zijn vermeld in de Shen
Nung Pen Tsao Ching (ong. 2800 voj of uit de Han dynastie) als middel voor
de bloedcirculatie en de longen. Het originele werk is echter nooit gevonden.
Het interne gebruik van de bladeren is voor het eerst vermeld in
de Ben Cao Pin Hui Jing Yao (1505) door Liu Wen-Tai.
De bladeren bevatten een aantal componenten die gunstig zijn voor
o.a. de bloedcirculatie. Lees hierover verder op mijn Gebruik-page.
Eind jaren 50 begon men in het Westen de medicinale toepassing te
bestuderen en nu gebruiken veel mensen in de USA, Canada en andere landen
het kruid en wordt het ook wel op recept voorgeschreven in Europa.
Na de jaren 70 begonnen andere takken van wetenschap zich voor de
Ginkgo te interesseren en hem te onderzoeken.
de Ginkgo en de atoombom Op 6 augustus 1945 werd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog een
atoombom geworpen op Hiroshima (Japan) door Amerika.
|
foto © Mandy Conti |
|
Ginkgo bomen en de atoombom in Hiroshima. klik op HQ voor hogere kwaliteit
Documentaire
door France5.
|
Voor meer informatie en foto’s zie mijn Engelstalige pages.
© Cor Kwant
Copyright informatie
Samenvatting van The Ginkgo Pages (Engelse versie).