|
De
boom
Dit deel gaat over:
Classificatie|Vorm|Hout|Bladeren|Cultuur|Het
planten|Geslacht|Bonsai|Cultivars
+ videos
Tijdens het tijdperk van de dinosauriërs waren
er op aarde veel zaadplanten, de naaktzadigen
(gymnospermen). De zaden van deze planten zijn niet omsloten door een vruchtbeginsel
en zijn meestal eenhuizig. De Ginkgo is echter tweehuizig, er zijn manlijke
en vrouwelijke bomen.
De Ginkgo en de Cycaden zijn de enige nog levende zaadproducerende planten die bewegend sperma hebben. De Ginkgo wordt vaak gezien als conifeer omdat
hij daar meer aan verwant is dan aan andere naaktzadigen. Het is echter
geen conifeer maar ook geen loofboom en neemt daarom een unieke positie
in.
Door zijn unieke positie is voor de Ginkgo
een aparte klasse benoemd, Ginkgophyta (of
Ginkgopsida).
De enige nog levende vertegenwoordiger van de orde Ginkgoales is de Ginkgo biloba. |
Leiden, Hortus Botanicus, 1785 |
De Ginkgo kan 30-40 meter hoog worden en 9
meter breed met een stamomvang van ongeveer 4 meter. Hij is goed herkenbaar
aan de lange rechte stam met enkele horizontale takken. Grotere Ginkgo’s
komen ook voor bij tempels in China en Japan.
Jonge bomen zijn piramidaal van vorm met regelmatige,
afstaande asymmetrische takken en een open groeiwijze.
Oudere bomen hebben een ovaalvormige tot recht
spreidende groeiwijze met soms onregelmatige takken en zij ontwikkelen
enorme takken en stam. De kroon verbreedt als de Ginkgo ongeveer 100 jaar
is. Hij wortelt diep.
oude Ginkgo in Japan foto © Hiroshi Takahashi |
De Ginkgo heeft lang- en
kortloten die bijna haaks groeien. Een korte tak kan lang worden en het
uiteinde van een lange tak kan vaak veranderen in een korte tak. Daarom
hebben oudere bomen een onregelmatiger vorm.
De bladknoppen hebben een duidelijke vorm en
bladlittekens.
De kortloten produceren ook de zaden en pollen. De stengels zijn geelbruin, lichtbruin of grijs, relatief glad en reflecteren iets in de winterzon. |
De stam van oudere bomen kan omvangrijk
zijn door secundaire groei.
De Ginkgo kan een aantal verticale stammen vormen en een soort hangende uitwassen (chi chi) langs de stam en takken ontwikkelen. Deze kunnen in de grond wortelen en takkengroei vertonen (slapende vegetatieve knoppen) wat alleen bij de Ginkgo voorkomt. De schors is lichtbruin tot bruinachtig grijs,
meer bruin, met brede groeven en richels bij oudere bomen en heeft een
kurkachtige structuur.
|
700 jaar oude Ginkgo, West-Honshu, Japan foto © Hiroshi Takahashi |
Video
|
HD-Video
|
Deze zijn zo
uniek dat ze makkelijk zijn te herkennen.
De leerachtige bladeren bestaan uit een bladstengel
en een waaiervormig blad: twee parallelle nerven verdelen zich vanaf de
bladsteel voortdurend in tweeën (afbeelding
klik hier) en raken elkaar maar zelden.
Aan dezelfde boom kan het blad meer lobben hebben, dit kan sterk variëren en verschilt ook per boom. Ook de diepte van de insnijding varieert. |
De kleur is grijsgroen tot geel-
of donkergroen in de zomer en in de herfst verkleuren ze naar geel tot
mooi goudgeel na een goede zomer. Bepaalde cultivars worden speciaal gekweekt
voor deze prachtige goudgele herfstkleur.
De bladeren blijven tot laat in het seizoen aan de boom en vallen dan snel af, soms in één of een paar dagen en zelfs binnen 1 tot 2 uur! (videos) |
|
HD-video: Ginkgo bladeren in november De vorm van deze
vlinder lijkt op die
van het Ginkgo blad.
|
Het extract van de gedroogde bladeren is populair in de alternatieve
geneeskunde als voedingssupplement voor de toepassing bij kwalen betreffende
de hersens, benen, ogen, het hart en de oren en wordt in Europa ook wel
op recept voorgeschreven. Wetenschappelijke studies tonen aan dat een goed
extract de bloedcirculatie en het geheugen kan verbeteren, alsmede bloedklontering
en schade door vrije radicalen kan voorkomen en een verhoogd gevoel van
welzijn bewerkstelligt.
Ook gebruikt als thee voor een aantal kwalen.
Meer hierover kunt u lezen op mijn Gebruik-pagina.
|
De Ginkgo kan temperaturen tussen ongeveer –30/40 tot +20/40 C (zones 3-9) verdragen. Kijk op mijn Waar-pagina voor landen en locaties waar Ginkgo’s groeien in de wereld.
Bijna elk arboretum of botanische tuin heeft
één of meer Ginkgo’s. De mooiste exemplaren zijn te zien
bij tempels in China, Japan en Korea. In China groeien ze ook in wouden
en valleien op goed doorlatende zandige leemgrond. In bepaalde gebieden
in China bestaan ze nog in het wild. DNA-analyses (Zhao
et al., 2019) hebben aangetoond dat Ginkgo-populaties voorkomen
in refugia in het zuidwesten, oosten en zuiden van China.
Meer info op mijn geschiedenis-pagina
(Engels).
De Ginkgo kan heel lang leven, in China is de oudste Ginkgoboom ongeveer
3500 jaar oud. Onderzoek (artikel van Li Wang et al., PNAS 2020,
lit.page) toont aan dat de Ginkgoboom bijna onsterfelijk
is, genen in het cambium bevatten geen programma voor senescentie (veroudering)
of dood. Het vasculaire cambium in Ginkgo biloba kan de capaciteit voor
continue groei meer dan 1000 jaar of zelfs millennia behouden. Oude bomen
dragen net zoveel levensvatbare zaden, pollen en bladeren als jonge. Hoewel
ze al 1000 jaar oud kunnen zijn lijkt het immuunsysteem in deze bomen op
dat van een 20-jarige.
De lange levensduur is te danken aan ziekteresistentie-geassocieerde
genen. Deze produceren beschermende chemicaliën om stress veroorzaakt
door ziekten of andere omgevingsstressoren te bestrijden.
De meeste Ginkgobomen zullen waarschijnlijk niet sterven door ouderdom,
maar door externe factoren.
De meeste Ginkgo’s bestaan als sierboom en er groeien exemplaren
over bijna de hele wereld (zie mijn Waar-pagina).
In de USA, Europa, Japan en Korea kweekt men de boom intensief op
plantages voor zijn gebruik als alternatief geneesmiddel.
De Ginkgo is een mooie en unieke boom om te planten bij speciale
gelegenheden!
|
The Ginkgo is vermeld op de IUCN Red List of Endangered Plants. Hoewel de Ginkgo gekweekt en geplant wordt door de mens, is hij bedreigd en verlies aan biodiversiteit vormt een groot risico doordat vermeerdering voornamelijk plaatsvindt door stekken in plaats van met zaad, dit omdat de mens een voorkeur heeft voor manlijke bomen. |
Cliostraat, Amsterdam
|
De Ginkgo heeft een voorkeur voor
een zonnige plaats en vochtige, diepe en goed doorlatende grond,
maar past zich makkelijk aan, dus hij groeit ook in arme grond, dichte
grond, diverse zuurgraden, bij hitte, droogte, luchtvervuiling etc.
Bemesting 1-2 maal per jaar. De Ginkgo heeft een buitengewoon grote weerstand
tegen ziektes, insectplagen, schimmels, vuur, luchtvervuiling en zelfs
radioactieve straling. Daarom wordt hij veel toegepast als straatboom in
steden, want hij hoeft nooit bespoten te worden met bestrijdingsmiddelen.
Plant in voor- of najaar.
HD-Video: Een van
de
oudste Ginkgobomen buiten Azië
|
De Ginkgoboom is tweehuizig. Het
geslacht is moeilijk vast te stellen.
De pollen en knopjes (zaadbeginsels) groeien aan de kortloten tussen de bladbundels, soms op het blad (Ohatsuki). Er groeien meestal veel zaden in paren op steeltjes aan de |
|
vrouwelijke boom, elk bevat een eicel. Eerst zien ze
er groen uit, later groengeel, dan oranje en bruin. Ze lijken op pruimen
van ong. 2,5 cm (het zaad omhuld met een vleesachtige zaadhuid).
Pas na 20-35 jaar bloeien de manlijke en vrouwelijke boom voor het eerst. |
De kleine groene katjes aan de manlijke boom bevatten het sperma
en de bevruchting vindt plaats via het stuifmeel dat door de wind wordt
verspreid. De eigenlijke bevruchting vindt later door het bewegende sperma
aan de boom plaats.
Het zaad zelf heeft een zilverachtige weerschijn (‘zilveren abrikoos’).
De op de grond liggende wegrottende zaadhuid verspreidt een door
ons westerlingen over het algemeen als onaangenaam ervaren geur (ranzige
boter; zweetvoetenlucht), hoewel dit wel wat overdreven wordt en bovendien
is dit slechts zo gedurende een korte periode waarbij regelmatig opruimen
veel overlast kan voorkomen. Deze geur komt doordat er butaanzuur (boterzuur)
in de zaadhuid voorkomt. In kleine hoeveelheden is dit zelfs een aantrekkelijke
geur die ook in parfums voorkomt, in grote hoeveelheden werkt het als alarmstof
(rottingsproces). Helaas is de vrouwelijke boom hierdoor minder populair
en worden er vaak manlijke bomen aangeplant vooral in voetgangersgebieden.
In Azië is het net andersom, de vrouwelijke boom heeft de voorkeur
in verband met de zaden!
Vermeerdering kan behalve via
zaad ook plaatsvinden door stekken of enten.
Lees meer hierover op mijn Vermeerderingspagina. De zaden zijn reeds lang in gebruik in China
als medicijn tegen astma, taaie slijmhoest, bronchitis, als spijsverteringsmiddel
en tegen blaasproblemen etc.
Voor meer informatie over de
boom en foto’s zie mijn
Engelstalige pages.
|
|
|
De Ginkgo is
een buitenbonsai die volle zon nodig heeft in ons klimaat. Jonge bomen
hebben wat bescherming nodig in de zomer. Geef veel water en organische
meststof in het groeiseizoen. Bescherm tegen vorst, hou hem tamelijk droog
in de winter, maar laat de wortels nooit uitdrogen.
De natuurlijke vorm is het beste. Liefst niet bedraden. Alleen snoeien om de vorm goed te houden, vermijd grote snoeiwonden. In voor-en najaar de clusterbladeren terugknippen tot 2-3 bladeren. Snoei nieuwe takken terug tot 2-3 ogen bij de jonge boom. Hij mag getopt worden. Jonge bomen (tot 10 jaar) elk jaar verpotten in het vroege voorjaar. Oudere bomen elke 2-3 jaar of alleen indien nodig. Goed doorlatende bonsaigrond gebruiken. Lees meer hierover op mijn speciale Bonsai
pagina.
|
|
|
|
follow me on Twitter |
Veel tuincentra verkopen de Ginkgo biloba.
Speciale cultivars zijn te koop bij bepaalde kwekerijen o.a. te vinden
via het tuinboek "De Plantenvinder" (uitg.Terra). Vaak is de Ginkgo
ingedeeld bij de coniferen. Heeft u een geschikte plek, plant dan een
vrouwelijke boom omdat die zo zeldzaam zijn en de Ginkgo zonder tussenkomst
van de mens niet kan overleven als voornamelijk manlijke bomen worden geplant
(zie ook mijn Links-page: Threatened
plants).
Er zijn vele cultivars voor elke plek, ruimte
en smaak.
Voorbeelden van cultivars op mijn Engelstalige
Tree-pagina.
zaden
Loading...
|
© Cor Kwant
Copyright informatie
Samenvatting van The Ginkgo Pages (Engelse versie).